Oezbekistan is open. Zaterdag, 31 augustus 2019

31 augustus 2019 - Tashkent, Oezbekistan

Oezbekistan, Fargona - Oezbekistan, Tashkent.   324 km

Totaal gereden: 11.417 km. Lekker weer, 29 graadjes.

De meeste Garmins zeggen 320 km, de onze noemt 380 km naar de hoofdstad van Oezbekistan. Ook de navy deskundige brengt geen uitkomst. We knippen de route dus in stukjes, via steden waar we zeker voorbij moeten rijden. De eerste is Rishtan, waar de klei die in de buurt wordt gevonden geschikt is om allerlei soorten aardewerk te maken. Meer dan vijf miljoen stuks aardewerk per jaar worden hier, met nu moderne machines, gefabriceerd. 8 eeuwen oude techniek in een nieuw jasje. Er is wel iets aan de hand hier. Voor het stadje (23.000 inw) wordt heftig gebouwd, in het stadje wordt heftig gebouwd en na het stadje wordt heftig gebouwd. Hier moet een groots plan in zitten van hogerhand. De in het routeboek aangegeven ceramic workshop is weg. Ook daar komt nieuwbouw. Het is hier het Safi van Marokko. We lopen langs de nieuwe verkoopstands, kopen een paar dingen, maken een foto van een trotse moeder met kind en rijden verder. Later passeren we Qoqant, een grotere stad die bekend staat als streng conservatief. We doen er een paar boodschappen. An doet de schoudertjes bedekken, want die worden hier niet gewaardeerd. We zien inderdaad meer hoofddoekjes dan in andere steden. Het volgende mikpunt is Angren, een stad net over de Kamchick pas. We rijden nu het groene Fargona dal uit, maken nog een foto van een katoenplant en stijgen in een weer woester uitzicht berglandschap van 450 meter, naar 2300 meter hoogte. Deze weg is de enige verbinding met de rest van Oezbekistan en wordt door het leger streng bewaakt tegen de boze buurman. Toch zijn de controles veel zachter dan een aantal jaren geleden en wij mogen als toerist bij een tweetal controleposten direct doorrijden. Bij Angren, waar we een aantal kolencentrales grote dampen zien uitblazen, stellen we de navy in op het einddoel. En ja, de totale km’s zijn nu 320 km. De weg naar Tashkent is matig, also blijven opletten. In de stad zoeken we het tankstation waar diesel te verkrijgen zou zijn en die vinden we ras. Een zeer modern gebeuren hier met goed Engels sprekend personeel. We krijgen zelfs koffie aangeboden. Ik spreek er een man die vertelt regelmatig in Europa te zijn, also ook in Nederland. Hij werkt voor Campina. Het land is veranderd zegt hij. We richten ons op het westen en toeristen zijn meer dan welkom. Vanwege een overheidsgebeuren in de straat van het hotel waar we overnachten, kunnen we pas om 20 uur aankomen. Ik, een beetje eigenwijs, dacht 19 uur. We zoeken dus een plaatsje om een uurtje te wachten en iets te eten. Een aardig plekje gevonden, worden we toch door drie vriendelijke agenten naar de overkant gestuurd. We staan pal voor de ambassade van Indonesië en daar worden ze een beetje zenuwachtig van. Na 15 minuten is volgens de dienders de straat weer open, wat niet het geval blijkt te zijn. Ze wilden ons dus droppen daar. Weer een stekkie gezocht tot we verder kunnen rijden, wat om 20.05 uur weer gaat. We komen vanavond voor de eerste keer allen in het donker aan. Nou ja, we blijken er later twee te missen. De Unimog rijdt verkeerd, heeft weer eens pech. Dit keer zit de dieseltank los. De SRV wagen van de nestors maken het nog bonter. Die rijden ook verkeerd en belanden in Tajikistan, uiteraard na de nodige controles. De 380 km, die een aantal Garmins aangaf vanmorgen, plande via Tajikistan en zij hebben dat niet in de smiezen gehad en moeten nu onderweg op de goede weg naar hier, ergens overnachten. De technische probleempjes aan de auto’s groeien ook met de dag. Van koplamp, verder scheuren van een kapotte voorruit en brandende controlelampjes, om een paar dingen te noemen. Wij blijven tot nu toe gevrijwaard.

Foto’s